De grootste misverstanden over (land)bouwvoertuigen

Bij de klantenservice van de RDW merken we dat bij sommige eigenaren misverstanden bestaan over de registratie van (land)bouwvoertuigen. Die kunnen vergaande gevolgen hebben, omdat je maar tot 1 januari 2021 kunt registreren. Daarna kan dat alleen via een keuring – en dat is veel lastiger en duurder. We zetten 7 veel voorkomende misverstanden op een rij.

1. ‘Ik kom nooit op de openbare weg, dus registreren hoeft niet’
Op zich helemaal waar, maar realiseer je je wel wat er allemaal tot de openbare weg behoort? Het gaat niet alleen om alle asfalt-, klinker-, zand- en andere wegen. Het gaat ook om het eigen terrein of een bedrijfsterrein dat toegankelijk is voor anderen, zelfs als er een hek of slagboom staat. En steek je alleen een weg over om van het ene stuk land naar het andere te komen? Ook dan rijd je op de openbare weg, hoe kort ook. Als je trekker niet geregistreerd is, dan is ‘ie in dat geval niet verzekerd. En die 18 euro voor een kentekenbewijs staat in geen verhouding tot de boete als de politie je wél staande houdt.

2. ‘Mijn voertuig hoeft niet geregistreerd te worden’
De vuistregel is: heeft je voertuig een afgeknotte driehoek, dan moet ‘ie ook geregistreerd worden. Vooral de zogeheten motorrijtuigen met beperkte snelheid (MBBS) worden dan over het hoofd gezien. Dat zijn rijdende werktuigen die in de bouw, infra, groen, transport, recreatie of op het land gebruikt worden. Denk aan zelfrijdende oogstmachines, knikdumpers, graafmachines, wielladers, veegmachines, minitrekkers, gazonmaaiers die breder zijn dan 1,30 m, verreikers en heftrucks. Maar MMBS’en omvatten ook wegtreintjes, SRV-wagens, kleine transportvoertuigen zoals quads, golfkarretjes en gators, teruggekeurde auto’s en begrensde bedrijfsauto’s die zijn omgebouwd naar agro-truck. Let op: er zijn een paar uitzonderingen. Check je eigen voertuig via de keuzehulp op www.rdw.nl/registreren om het zeker te weten. (Land)bouwvoertuigen hoeven alleen niet geregistreerd te worden als ze 6 km/u of minder rijden. En ook aanhangwagens die getrokken niet harder gaan dan 25 km/u zijn vrij van registratie.

3. ‘Mijn voertuig krijgt toch geen registratie’
Dit horen we vooral van mensen met een oudere trekker of werktuig. Hun voertuig heeft dan vaak geen chassisnummer (in RDW-jargon: voertuigidentificatienummer oftewel VIN) of het bouwjaar is onbekend. Registratie is inderdaad lastiger, maar ook voor deze voertuigen zijn oplossingen. Zo is het VIN met enige hulp misschien wel te vinden. Ook kan de RDW een identiteitsonderzoek doen en daarna een nieuw VIN inslaan. Het bouwjaar is misschien te achterhalen via de fabrikant/importeur of staat op het typeplaatje of een ander onderdeel. Ook kun je hulp vragen van een oldtimervereniging of zoeken op het internet. Achterhaal het VIN of regel het inslaan in ieder geval voor 1 januari, want volgend jaar wordt registratie een stuk lastiger.

4. ‘Mijn voertuig is al verzekerd, dus ik hoef niets meer te doen’
Dat klopt niet. Ook als een (land)bouwvoertuig al verzekerd is, moet het in ons kentekenregister komen. Daar moet de eigenaar zelf wat voor doen. Sterker nog: als je je kentekenbewijs binnen hebt, moet je zelf je kentekennummer en meldcode doorgegeven aan je verzekeraar. Je verzekeraar zorgt dat je voertuig als verzekerd wordt geregistreerd in het kentekenregister.

5. ‘Ik wacht wel met registreren tot het op mijn maatschap kan’
Registreren op naam van een maatschap is niet mogelijk en dat dit jaar zal zo blijven. We begrijpen dat dit erg jammer is voor een groep bedrijven, maar helaas is het niet anders. Maatschappen kunnen hun (land)bouwvoertuigen registreren op naam van een van de maten die daarvoor hun persoonlijke DigiD gebruiken. De verwachting is dat het vanaf medio 2022 mogelijk wordt om (land)bouwvoertuigen op naam van de maatschap te registreren. Dan kunnen de al geregistreerde voertuigen worden overgeschreven van één van de maten op naam van de maatschap. Belangrijk is dan wel om je voertuigen van de maatschap dit jaar nog te registeren om keuring in 2022 te voorkomen.

6. ‘Mijn trekker rijdt geen 25 km/u, dus die hoeft geen kentekenplaat te hebben’
Let goed op: als een (land)bouwvoertuig geen 25 km/u rijdt, moet hij wél geregistreerd worden. Wel moeten ze direct een kentekenplaat voeren als ze harder dan 25 km/u rijden. Pas vanaf 2025 moeten ook gemotoriseerde (land)bouwvoertuigen die minder hard gaan dan 25 km/u een gele kentekenplaat voeren. Als je met een getrokken aanhanger of werktuig niet harder rijdt dan 25 km/u, dan volstaat een witte kentekenplaat en hoeft het voertuig niet geregistreerd te worden.

7. ‘Ik registreer mijn (land)bouwvoertuig volgend jaar wel’
Volgend jaar wordt registreren zoveel lastiger en duurder, dat we dat ten zeerste afraden. Tot 1 januari 2022 registreer je een voertuig online voor 18 euro per voertuig. Vanaf 1 januari kan registreren alleen nog na een keuring op een van onze 16 keuringsstations. Aan keurings- en registratiekosten ben je minimaal 140 euro kwijt en vaak veel meer. Ook moet het voertuig voldoen aan de permanente eisen van de voertuigcategorie. Of het voertuig daadwerkelijk voldoet wordt in 2022 tijdens een verplichte fysieke keuring vastgesteld.

Meer informatie
Heb je nog vragen? Kijk dan op www.rdw.nl/registreren of bel met de klantenservice van de RDW op telefoonnummer 088 008 7447.