Remmen landbouw- of bosbouwaanhangwagens en verwisselbare getrokken uitrustingsstukken, voertuigcategorie R en S
Getrokken materieel kent twee voertuigcategorieën: landbouw- en bosbouwaanhangwagens (categorie R, vnl. voor transport) en verwisselbare getrokken uitrustingsstukken (categorie S, getrokken machines op wielen).
De remeisen staan beschreven in de ‘Regeling voertuigen’, permanente eisen hoofdstuk 5 en onderstaande artikelen. Let op de onderscheidende eisen vóór/vanaf 1 januari 2018, alsook de maximumconstructiesnelheid, respectievelijk de toegestane rijsnelheid.
Artikel 5.14.31
Landbouw- of bosbouwaanhangwagens en verwisselbare getrokken uitrustingsstukken met een massa in rijklare toestand van meer dan 3.500 kg, moeten zijn voorzien van een goed werkende reminrichting.
Landbouw- of bosbouwaanhangwagens (R) in gebruik genomen na 31 december 2017 en met een som van de technisch toegestane maximummassa’s per as van meer dan 1.500 kg, zijn voorzien van een goed werkende reminrichting.
Verwisselbare getrokken uitrustingsstukken (S) in gebruik genomen na 31 december 2017 en met een som van de technisch toegestane maximummassa’s per as van meer dan 3.500 kg, moeten zijn voorzien van een goed werkende reminrichting.
Landbouw- of bosbouwaanhangwagens en verwisselbare getrokken uitrustingsstukken met een maximumconstructiesnelheid van meer dan 40 km/h en met een som van de technisch toegestane maximummassa’s per as van meer dan 750 kg, moeten zijn voorzien van een goed werkende reminrichting.
Landbouw- of bosbouwaanhangwagens en verwisselbare getrokken uitrustingsstukken met een som van de technisch toegestane maximummassa’s per as van meer dan 8.000 kg, zijn voorzien van een tweeleidingremsysteem, tenzij deze voertuigen in gebruik zijn genomen vóór 1 januari 2018 en een maximumconstructiesnelheid van niet meer dan 40 km/h hebben.
Landbouw- of bosbouwaanhangwagens en verwisselbare getrokken uitrustingsstukken in gebruik genomen na 31 december 2017 mogen niet zijn voorzien van een éénleidingremsysteem.
Artikel 5.14.38
Landbouw- of bosbouwaanhangwagens en verwisselbare getrokken uitrustingsstukken moeten zijn voorzien van een bedrijfsrem waarvan de remvertraging op een droge of nagenoeg droge en ongeveer horizontaal liggende weg:
a. ten minste 2,4 m/s2 bedraagt, indien de maximumconstructiesnelheid niet meer is dan 30 km/h en het voertuig in gebruik is genomen vóór 1 januari 2018;
b. ten minste 3,1 m/s2 bedraagt, indien de maximumconstructiesnelheid meer is dan 30 km/h en het voertuig in gebruik is genomen vóór 1 januari 2018;
c. ten minste 3,0 m/s2 bedraagt, indien de maximumconstructiesnelheid niet meer is dan 30 km/h en het voertuig in gebruik is genomen na 31 december 2017;
d. ten minste 4,5 m/s2 bedraagt, indien de maximumconstructiesnelheid meer is dan 30 km/h en het voertuig in gebruik is genomen na 31 december 2017.
De bedrijfsrem van landbouw- of bosbouwaanhangwagens en verwisselbare getrokken uitrustingsstukken met een maximumconstructiesnelheid van meer dan 40 km/h moet op ten minste twee wielen van iedere as werken.
Landbouw- of bosbouwaanhangwagens en verwisselbare getrokken uitrustingsstukken mogen op een droge of nagenoeg droge weg niet uitbreken ten gevolge van een verschil in remwerking tussen de geremde wielen van elke as.
Artikel 5.14.40
Landbouw- of bosbouwaanhangwagens en verwisselbare getrokken uitrustingsstukken die in gebruik zijn genomen na 31 december 2017 en zijn voorzien van een remsysteem, moeten zijn voorzien van een losbreekreminrichting.
Indien de landbouw- of bosbouwaanhangwagen of het verwisselbaar getrokken uitrustingsstuk is voorzien van een losbreekinrichting, moet deze goed werken.
Bij het koppelen van een tweeleiding-drukluchtremsysteem aan het trekkende voertuig, moet de reminrichting automatisch in de bedrijfstoestand komen.